Koning Uzzia bleef ziek tot aan zijn dood. Hij moest in een huis buiten de stad wonen en mocht nooit meer in de tempel komen. Zijn zoon Jotam had de leiding over het paleis en regeerde het land.
Koning Uzzia bleef tot zijn dood melaats en leefde in afzondering, totaal geïsoleerd van zijn volk en van de tempel. Zijn zoon Jotham werd regent en regelde alle koninklijke aangelegenheden en het bestuur van het land.